‘Het aantal bezoekers is in coronatijd gegroeid. Er is meer belangstelling voor de natuur en meer besef. We waren zo’n zeven keer per jaar open, dat hebben we uitgebreid. Eerst alleen met de donderdagen, daarna de zaterdagen erbij, waarmee we nog even hadden gewacht, want we wonen hier natuurlijk ook. Maar het bevalt goed. Het is fijn als je zoveel mensen ziet genieten.”
Dat zegt Mary Gatacre (35), die met haar man Aart Jonkers 16 hectare tuin en 300 hectare landgoed beheert. ,,Niet wij alleen, we werken samen met tuinlieden en vrijwilligers: de donderdag- en de zaterdagploeg die de tickets verkopen en voor koffie, thee en cake zorgen, de tuin- en landschapsgroep, en de moestuinploeg die we nu gaan opzetten. Op het landgoed zijn drie boerderijen in bedrijf. Bij elkaar is het een bijzondere, kleinschalige gemeenschap waarvan iedereen zich zeer verbonden voelt met de tuin.”
Mary’s eigen verbondenheid blijkt uit het enthousiasme waarop ze over De Wiersse praat en… uit haar achternaam. De Gatacres zijn al ruim honderd jaar aan De Wiersse verbonden, Mary is de derde generatie. Haar vader, Peter Gatacre, van Ierse afkomst, overleed in 2020. Hij bracht De Wiersse onder in een stichting. ,,Zo is de toekomst verzekerd.”
Haar moeder, de Engelse Laura, is nog volop bij de tuinen betrokken. Tijdens een korte rondleiding wijst Mary op een taxus waar een klimroos uitbundig doorheen bloeit. ,,Geplant door mijn moeder, naar Engels voorbeeld. Doet mij denken aan de tuin van Sissinghurst.” Mary, een van negen kinderen, ging zelf naar een kostschool in Engeland en bezocht er talloze tuinen en kwekerijen.
Zij en Aart hebben vier kinderen. ,,Ze liepen twee jaar geleden door de beek toen die was drooggevallen.” Mooi avontuur, maar niet de bedoeling: de beek hoort water te bevatten. ,,Dat is er nu wel weer, daar zijn we blij mee.”
De droogte speelt tuinen en landgoed parten. ,,We maken ons vooral zorgen over de bomen. Die rode beuk daar wordt dunnetjes bovenin. En in de eiken zitten rupsen die de bladeren opeten.”
Beuk en eik: haar vader heeft er heel wat aangeplant, de basisbomen van deze streek. Hoeveel Engelse en andere buitenlandse invloeden de tuinen ook hebben ondergaan, zegt Mary, ,,het is hier nog steeds heel Achterhoeks.”
De beheerders bewegen mee met de tijd én met de natuur. ,,We zetten geen chemische middelen in. Ook niet tegen de schimmel en de mot in de buxus. We gaan niet vechten. Je kunt je afvragen of je een plant die hier niet wil eigenlijk wel moet behouden. Hosta’s kunnen ook prima. We zitten op zandgrond. Geen last van slakken.”
Het blijft passen en meten. Want rozen willen op zure zandgrond juist weer niet floreren. ,,Vorig jaar bloeiden er nog maar acht. Dat zag er tragisch uit. We hebben ze tijdelijk naar de moestuin verplaatst, waar ze hopelijk kunnen herstellen. De grond was na 110 jaar uitgeput. Er is nu een tentoonstelling van historische granen en de bijpassende wilde akkerflora, die zeldzaam is geworden in ons land.” Even later lopen we erlangs. ,,Hoog hè? Dat is de Sint-Jansrogge, die wordt meer dan twee meter.”
Een voorbeeld van meegaan met de tijd, met nieuwe inzichten, is het voormalige gazon aan de westkant van het landhuis. Het wordt niet meer tweewekelijks gemaaid, er groeit hoog zacht gras en witte klaver, waarop een hommel nectar zoekt. Verderop een ouderwets hooiland in volle glorie, er staan zelfs wilde orchideeën. Dat natuurlijke, weelderige, vormt een spannend contrast met de strak geschoren taxuszuilen langs het pad.
Mary: ,,De tuinen zijn elke dag anders, we worden ook zelfs steeds opnieuw verrast. We laten sommige dingen bewust aan het toeval over. Planten die het nooit deden, doen het opeens wel, zoals de gember. Het is veel werk, maar moet eruitzien als weinig werk. Klaar zijn we nooit, gelukkig niet, dan zou het helemaal mis zijn.”
Rododendrons
De Wiersse staat bekend om haar rododendrons, maar dat is wel een plant met twee gezichten, legt Mary Gatacre uit. ,,In de tuinen bepalen ze voor een belangrijk deel de structuur en het is prachtig als ze in bloei staan. Maar in het bos kunnen ze enorm woekeren en bedreigen ze de kleinschalige plantengemeenschappen en zeldzame flora. Daar halen we ze dus liever weg.”
Ook in de tuinen worden ze in toom gehouden, anders pikken ze alle ruimte in. En dat niet alleen: ,,Rododendrons dragen een schimmel bij zich waar de eiken ziek van worden. En het blad dat rododendrons verliezen verteert niet, waardoor de bodem sterk verzuurt. Kijk maar, eronder groeit niets.”
© 2022 sander grootendorst/ de Stentor