Tussen landelijke en lokale politiek gaapt een grote kloof  

 

De landelijke politiek is voor velen een ver-van-mijn-bed-show geworden. Een soort abstractie. Het is geen wonder, en was alleszins voorspelbaar, dat steeds meer kiezers houvast vinden bij partijen die concrete, eenvoudige oplossingen aandragen. Ook al zijn die waarschijnlijk onuitvoerbaar, juist omdat ze geen rekening houden met de enorme complexiteit van de onderliggende problemen van vaak wereldwijde proporties.

Ik interviewde een echtpaar dat al decennialang op dezelfde plek in een Achterhoeks dorp woont, de man werkte in de bouw, is nu gepensioneerd. Aardige mensen, gastvrij. Ze kunnen de eindjes net aan elkaar knopen. Het interview ging over een heel ander onderwerp, maar nam halverwege een wending: in hun straat zijn vluchtelingengezinnen komen wonen, “van de ene op de andere dag”, en daar hebben ze totaal geen contact mee.

Vroeger kwamen met name de vrouwen in de straat bij elkaar over de vloer, van generatie op generatie, ze deelden lief en leed. Maar die gemeenschapszin is opeens weg. In het gesprek vielen racistische termen, toch zei de man: “Ik begrijp dat de vluchtelingen érgens moeten wonen.”

Alleen niet in zijn straat… vul je dan al gauw in. Maar ook dat is een simplificatie. Veel mensen hebben het gevoel dat ze de nieuwe tijd krijgen opgedrongen. Het bleek niet alleen in dit interview, maar in nog veel meer gesprekken: dat de buitenwereld in toenemende mate als bedreigend wordt ervaren, zeker ook door de abstractie van wat op ons afkomt: van kunstmatige intelligentie tot klimaatverandering. Stikstof en fijnstof, je ziet ze niet en hoort ze niet. Je moet ervoor gestudeerd hebben om precies te weten wat het allemaal is.

Imago
Op zichzelf is het puur menselijk dat je het ‘vertrouwde’ wilt behouden. Wanneer je merkt dat het aan het verdwijnen is, dat het je ontglipt, verdwijnt ook het vertrouwen dat het goedkomt. Hier ligt het enorme maatschappelijke gat dat de gevestigde politieke partijen alleen maar groter hebben laten worden. De meeste partijen leken zich ook tijdens de campagnes op hun eigen bubble te richten. Vroeger had je zuilen, nu bubbles. Met grote kloven ertussen.

Na de verkiezingsdag vraagt menige partij zich af: waar hebben we het fout gedaan? Anders geformuleerd: waarom hebben we het vertrouwen niet kunnen (terug)winnen? Maar dat vertrouwen is niet zomaar even opgepoetst. Bij veel kiezers (links en rechts) is een beeld ontstaan van Haagse politici die zich drukker maken om het eigen hagje dan om het besturen van een land. Geen vertrouwen, maar vervreemding. De vorige formatie was daar een perfecte illustratie van. Het woord ‘imagoschade’ is blijven hangen.

De nationale politiek is er door die navelstaarderij alleen maar abstracter op geworden, een nog-verder-van-mijn-bed-show. De verkiezingsdebatten waren opnieuw vooral een aaneenschakeling van oneliners. Een van de allergrootste opgaven, het instandhouden van de zorgsector, kwam nauwelijks ter sprake, er viel niet mee te scoren. 
Democratie verward met marketing. Democratie verward met populisme. Daar dicht je geen kloven mee.

Veel dichter bij de mensen staat de gemeentelijke politiek. Dat is logisch, alleen al in geografische zin, maar het zijn zo onderhand  twee volledig verschillende instanties geworden. Er gaapt óók een steeds grotere kloof tussen landelijke en lokale politiek. Dat ligt aan de landelijke. Hoe vaak heb ik lokale politici niet horen zeggen dat ‘Den Haag’ de problemen bij de gemeenten “over de schutting kiepert”, en dan “zonder geld mee te geven”. Zo van: hier heb je ons abstracte plan, maak er zelf maar iets concreets van.

Kretologie
Door de jaren heen heb ik in Achterhoekse, Sallandse en Liemerse gemeenten tal van geweldige politici aan het werk gezien en – interessant genoeg – maakte het vaak niet eens uit tot welke partij ze behoorden. Hun overeenkomst: ze stonden, en staan, dicht bij de mensen. Niet met allerlei kretologie, die functioneert alleen op afstand. Nee, door echt iets te doen. Hart op de goede plek, kennis van zaken. (Wil het niet mooier maken dan het is, er ging natuurlijk ook wel eens iets gruwelijk verkeerd, maar dat doet aan het basisidee niets af).

Jan Blokker schreef ooit dat je als journalist van een landelijke krant de keizer van Timboektoe straffeloos in zijn hemd kunt zetten; je hoort er nooit meer wat van. Maar bij een lokale krant kom je de man of vrouw die je interviewde de volgende dag op straat tegen. Dat vereist zorgvuldigheid, meelevendheid, oog voor de echte problemen die zich alleen concreet laten oplossen en niet met abstracte oneliners. Niet met een arrogante houding van zoek het maar uit, maar met begrip.

Hoe je het ook wendt of keert, de verkiezingsuitslag geeft blijk van grote onvrede. Hoogste tijd dat de Haagse kringen hun blik verruimen en met dezelfde ogen naar de samenleving gaan kijken als hun lokale collega’s, in plaats van ze het vuile werk te laten opknappen. Pas dan kan er sprake zijn van een nieuwe ‘bestuurscultuur’. Pas dan kunnen maatschappelijke kloven worden gedicht.

© 2023 sander grootendorst / natuurvertaler / Achterhoek Nieuws