Literatuur in tijden van brand

In de zesde aflevering van het maandelijkse Literair Café in Zutphen waren maandagavond dichter Mark Boog en schrijver Miriam Guensberg te gast. De eerste schreef de bundel ‘Liefde in tijden van brand’, de tweede de biografie (van haar vader) ‘Held zonder vaderland’. Het boek van Guensberg had evenzogoed ‘Liefde in tijden van brand’ kunnen heten. Waar Boog op zoek gaat naar antwoord op de vraag waarom en hoe we onze gewone dagelijkse levens voortzetten alsof er niets aan de hand is terwijl ondertussen de wereld in vuur en vlam staat, is met de ‘brand’ in Guensberg meer specifiek de Tweede Wereldoorlog benoemd. Haar Joodse vader Dolek verliet als jongeman Polen om zijn vaderland nooit meer terug te zien. Zijn ouders werden in 1942 door de Gestapo vermoord. Hij trok als arts met het Poolse leger mee en zou tot de bevrijders van Nederland behoren. Daarbij ontmoette hij Milly, de liefde van zijn leven, de latere moeder van Miriam. Dolek Guensberg begon een nieuw, opgewekt bestaan, maar de verschrikkingen van de oorlog droeg hij altijd met zich mee. Hij overleed in 1990. Zijn dochter draagt dertig jaar na dato haar vader nog altijd als een held in haar hart. Dat komt tot uitdrukking in bijna elke zin van dit aangrijpende boek. 
Hoe verschillend als literair werk in alle opzichten ook, de bundel van Boog maakt eveneens duidelijk dat de ‘brand’ niet alleen in de wereld om ons heen woedt, maar óók in onszelf en in onze dierbaren. Je voelt je, in zijn woorden, als dichter, als mens toch vaak niet helemaal op je gemak. Steeds opnieuw moet er ergens een brand(je) worden geblust.
Zowel de bundel als de biografie zijn het lezen meer dan waard. Aan Eke Mannink en mij was de eer om respectievelijk de dichter en de schrijver gisteren te interviewen. Naar mijn idee hebben de gesprekken en de overige rubrieken in het Literair Café tot nu toe ruwweg dezelfde uitwerking gehad: je beseft als toehoorder de ware betekenis van literatuur, van het schrijven en vooral: van het lezen. Die wonderlijk intieme bezigheid van een mens alleen met een boek. Die je tot grote hoogte en grote diepte kan brengen. En die zoveel kan doorgronden van de wereld om ons heen: de immense wereld enerzijds en misschien wel meer nog: die kleine, maar vaak even onoverzichtelijke wereld te midden van je naasten anderzijds.
De loutering van het lezen in tijden van brand.

© 2020 sander grootendorst