Ga naar de inhoud

In memoriam de boekenman

Georg Hartong (1945-2024)

De boekenman is overleden. Georg Hartong (1945-2024) stond in Deventer en omstreken als zodanig bekend. En volkomen terecht. Hij beschikte over een zeer uitgebreide verzameling antiquarische boeken, waaruit hij bij tijd en wijlen schenkingen deed, vaak van unieke exemplaren, zoals aan de Athenaeum Bibliotheek en het Geert Grote Huis in Deventer. En aan particulieren. Ik had de eer een van hen te zijn.

Georg Hartong in de Athenaeum Bibliotheek. Foto Arend Heideman

Voor de Deventer editie van de Stentor interviewde ik Georg in november 2021: over zijn voorgenomen verhuizing naar Friesland en wat er dan met zijn verzameling zou gebeuren. Maar meer nog over recente publicaties van zijn hand. Zijn vrouw – overleden in 2016 – had hem op het hart gedrukt dat hij werk zou moeten maken van al die informatie in zijn hoofd: daar bevond zich óók een zeer uitgebreide verzameling. “Als je straks omvalt, is het allemaal weg, dan heeft niemand er wat aan”, had Joke gezegd.
Hij toonde mij een stuk in het Jaarboek Deventer over ooit beroemde stadsdichter-avant-la-lettre Jan van der Veen (1587-1659) – “die man verdient toch zeker een straatnaam in deze stad” – en een in eigen beheer uitgegeven volledig overzicht van alle vroege Deventer boekdrukkers, met afbeeldingen van hun ‘huismerken’.
Hij vertelde veel meer dan wat in het krantenstuk zou passen, wist de lokale geschiedenis feilloos te plaatsen in het grotere verhaal, juist door zijn ongekend gedetailleerde deskundigheid. Hij had een helder oog voor dwarsverbanden.
Van beroep was hij leraar Nederlands en klassieke talen geweest. Waarschijnlijk een zeer bevlogen leraar. Na zijn pensioen ging hij niet op zijn lauweren rusten, dat hebben bibliofielen niet in zich. Hij bleef kennis vergaren en overdragen. Kennis die voortkwam uit liefde voor taal en geschiedenis, voor de mensen die daarin een rol speelden.
Toen een oudere dame mij een citaat voorlegde in de hoop dat ik eindelijk degene zou zijn die de auteur ervan zou weten – ze was er al zo lang naar op zoek –, moest ik helaas het antwoord schuldig blijven. Bezoek aan bibliotheken (werkelijke en digitale) mochten niet baten, navragen onder bekenden evenmin. Georg had ik enkele jaren eerder ontmoet, in aanloop naar  de presentatie van een boek met gedichten van de 17e-eeuwse dominee Willem Sluiter, samengesteld door Arend Heideman. In museum De Scheper in Eibergen, waar de Sluiter-collectie dankzij Hartong aardig was aangevuld.
Ik nam contact met hem op en tot mijn verbazing wist hij het citaat ogenblikkelijk te herleiden. Het kwam uit King Lear van Shakespeare, “waarschijnlijk in de vertaling van Bilderdijk”. Georgs kennis bleek ook parate kennis te zijn.
Drie jaar geleden, tijdens dat interview, deed hij mij een boekje met verhalen van ene Jan van Berkel cadeau, pseudoniem van de journalist Samuel Rozendaal, geboren in Borculo en – dat staat in het voorwoord – de oprichter van de Berkelbode, een krant die nog steeds bestaat en veel gelezen wordt. Inmiddels heb ik het een en ander over de jonggestorven Rozendaal kunnen achterhalen, maar nog onvoldoende om iets gedegens over hem te kunnen publiceren. Georg was benieuwd naar het eindresultaat, zei hij. Dat zal hij helaas niet meer kunnen lezen, maar ik zal het stuk te zijner tijd wel opdragen aan de erudiete, zachtmoedige, hulpvaardige Deventer boekenman.

© 2024 Sander J. Grootendorst