De ene dag er te lopen, de volgende dag er te varen.
De ene dag de schepen te zien verglijden, de volgende dag de oevers.
De ene dag was ik de enige, de volgende dag met velen.
Er voeren verhalen mee over steenfabricage:
lang vervlogen steen voor steen.
En over schaatsers in de uiterwaarden.
De koeien waren er nog, ze begraasden een schilderij van Jan Voerman.
De wind blies wolken in de microfoon.
Iemand zei: Kijk, in dat huis ben ik geboren.
Iemand zei: Kijk, dit boek gaat over de IJssel.
Langs de route vlagden de aalscholvers.
De kapitein en de vogels waren oude bekenden.
© sander grootendorst 2015