Zaterdag mocht ik als journalist in de Deventer Lebuinuskerk een intrigerende ceremonie bijwonen: de wijding van Bernd Wallet tot aartsbisschop van de oud-katholieke kerk.
Filmbeelden en interview
Artikel in de Stentor:
Deventer voor één dag
internationale bisschopsstad
‘Is dit voor een film of is dit echt?’
Tijdens een strak geregisseerde rituele kerkviering is Bernd Wallet (50) uit Utrecht zaterdagmiddag tot aartsbisschop van de oud-katholieke kerk gewijd. In de Deventer Lebuinuskerk waren bisschoppen en andere kerkelijke vertegenwoordigers uit binnen- en buitenland present. ,,We zijn behoedzaam, maar we vieren.
door Sander Grootendorst
foto’s: Ronald Hissink
,,Uiteindelijk gaat het niet om de vormen, maar om het vertrouwen dat het leven waardevol is.” Dat zei kanunnik Marieke Ridder uit Diepenveen, ze werkt in Hilversum als pastoor. Ze was een van de sprekers die zich direct tot de – toen nog niet gewijde – Wallet richtte. Hij werd al begin vorig jaar tot aartsbisschop verkozen, maar door corona moest de bijbehorende viering steeds worden uitgesteld.
Dat de wijding in Deventer plaatsvond hield daarmee verband: de Lebuinuskerk was als ‘grote ruimte zonder vaste banken’ bij uitstek geschikt. ,,We zijn behoedzaam, maar we vieren”, zei Ridder. Bovendien is er een historische connectie. Deventer was in de zestiende eeuw korte tijd bisschopsstad. Een toen speciaal vervaardigde bisschopsstaf maakte onderdeel uit van de plechtigheid zaterdag.
Ridder: ,,Hoe vreugdevol gingen onze voeten naar deze kerk.” Ze refereerde eraan dat ‘de heilige Lebuinus in zijn tijd en op zijn manier’ voor dezelfde opdracht stond als de kerk nu. Dat de Lebuinuskerk tegenwoordig protestants is, zien oud-katholieken niet als belemmering. Integendeel. ,,De verschillen tussen protestant en katholiek zijn zo groot gemaakt… In feite zijn ze marginaal”, stelt Wallet.
De oud-katholieke kerk wil een verbindende rol spelen en het christelijk geloof toegankelijker maken, vernieuwen met respect voor tradities. ,,Tradities zijn als dierbare landschappen die, hoewel langzaam, steeds aan verandering onderhevig zijn.”
‘Vertrouwen’ bleek voor Ridder een sleutelwoord. Tot Wallet sprak ze: ,,Als de kerk je roept tot dit ambt, durf je erop te vertrouwen door God zelf geroepen te zijn. Wij stelden vertrouwen in jou op grond van hoe jij priester, pastoor en collega bent. We vertrouwen erop dat jij antwoorden zult kunnen geven op nog te stellen vragen, en we geloven dat je kunt inspireren en hoop nieuw leven in kunt blazen.”
Ze benadrukte: ,,De kerk spreekt niet de harde taal van beleggers, maar een andere, kwetsbare taal, de taal van zachte worden, van toevertrouwen, verwachten, hopen.” Niets is zeker, en zelfs dat niet: ,,We vragen ook compassie voor de aarzeling, de twijfel en de terughoudendheid die geen mens vreemd zijn, zelfs de apostelen niet.”