De ontdekker was mijn nichtje Esther. Op een Amersfoortse straat zag ze de blaadjes liggen en ze wees haar moeder en oom erop. Het zijn de blaadjes van de zwarte berk. Hun herfstkleur is geel, maar dat zijn ze niet van de ene seconde op de andere, het is een langzaam proces. In het tweede blaadje van links, en ook een beetje in het blaadje uiterst rechts, lijkt zich de vorm van een eikenblad te manifesteren. De natuur als kunstenaar, de mens (in dit geval in de persoon van mijn nichtje) als de ontdekker van dat moois.
SG