Je hoort ze niet en je ziet ze niet. Wel kun je bladeren in de Visatlas.
Een belangrijke diergroep krijg je zelden voor ogen, tenzij je een hengel uitgooit of kopje onder gaat. Om een vogel te observeren, hoef je alleen maar een eindje te wandelen of fietsen, je hoeft zelf geen vogel te zijn. Om een vis te observeren moet je in een vis veranderen en je in een duikerspak hijsen. Of het Aquadomum in Zelhem betreden. Een huis gebouwd in het water: uit het raam kijkend zie je geen koolmees aan de pindaslinger, maar een heuse snoek staart jou aan.
Vogels en vissen zijn tegenpolen, ze komen elkaar alleen tegen als hun magen knorren: snoeken eten jonge eendjes, zeearenden snoekbaarzen.
Ooit gooide ik een hengel uit, dat bleek niet mijn ding, ik gaf er zo’n zwaai aan dat het haakje zich vastgreep aan de reling van een bootje achter mij. Een ander zette een schepnet in, hij ving een school gestreste vissen. Zwemmen bevalt beter, maar dan beperken viswaarnemingen zich tot gekriebel aan je tenen, meer kom je niet te weten.
Ik liep langs een vijver toen twee mannen net een kanjer van een karper aan land hadden gehesen. Ze vroegen of ik een foto wilde maken van beide vissers met hun spartelende trofee, die ze daarna weer in het water lieten zakken.
Ter voorbereiding op een excursie las ik de Visatlas van Nederland, zodat ik eventueel over de kolblei en de sneep kon vertellen, of op z’n minst verwijzen naar deze nieuwe uitgave waarin per soort wordt beschreven hoe het ermee is gesteld. De zeldzame sneep neemt licht in aantal toe, de algemene kolblei wordt juist minder waargenomen. De brasem, “relatief tolerant voor watervervuiling”, is volop aanwezig. Van een visser hoorde ik dat het lange tijd vrijwel de enige soort was die je in de rivier kon vangen, zo vies was het water. Snoekbaarzen blijken in Nederland te leven omdat ze in de negentiende eeuw zijn uitgezet. En karpers zwemmen in de Lage Landen dankzij de Romeinen. Altijd riskant om soorten toe te voegen, je kunt het plaatselijke ecosysteem ermee verstoren. Karpers hebben het hier zelf lastig, “het voortplantingssucces is beperkt”. De aanwas komt van door mensen gekweekte karpers. De Amerikaanse zonnebaars ontsnapte als aquariumvis en vormt een dodelijk gevaar voor inheemse amfibieën. Goudvissenkommen werden leeggekieperd in open water; ten gevolge daarvan heeft de van slavernij bevrijde goudvis, “een kweekvorm die meer dan duizend jaar geleden in China is ontstaan”, nu een eigen paragraaf in de vaderlandse Visatlas. Daar staat hij als zeldzaam te boek.
De dag na de excursie in de uiterwaard zag ik alsnog een vis, een kleintje, een spiering misschien: in de snavel van een visdiefje. Die vogels zijn hun hele leven op vissenjacht, met verbazingwekkende elegantie grissen ze hun prooi uit het water. Voor een hengel of een schepnet halen ze hun vleugels op.
© 2022 sander grootendorst / Achterhoek Nieuws