ACHTERHOEK – “Zie je ook zoveel buizerds de laatste tijd?” Een vraag die vanuit meerdere hoeken werd gesteld. En inderdaad, zodra je erop gaat letten: tussen Zutphen en Vorden, afgelopen vrijdag, meteen al vier. Eentje die laag de weg over vloog en drie cirkelend hoog in de lucht.
De stoere roofvogel komt algemeen voor, er broeden in Nederland jaarlijks tussen de 11.000 en 20.000 paar. Het aantal is toegenomen, mede doordat de vogels zich hebben aangepast aan plaatselijke omstandigheden. Waar ze vroeger hun nesten vooral bouwden in bosgebieden, doen ze dat nu ook in kleine bosjes en zelfs in solitaire bomen in het open landschap. (Bron: Sovon Vogelonderzoek).
De Achterhoek heeft al die verschillende landschapstypes in de aanbieding, vandaar dat buizerds hier graag verblijven. In de winter krijgen de broedvogels gezelschap van soortgenoten uit het hoge noorden, landelijk kan het totale aantal oplopen tot wel 50.000. Daar zitten dan relatief veel exemplaren bij met opvallend veel wit op de vleugels, een kenmerk van de Scandinavische buizerds, die bovendien minder schuw lijken te zijn: vermoedelijk omdat ze uit dunbevolkte streken komen en het grote gevaar dat mens heet niet goed kennen.
De vogel op de foto, nabij Huis Baak, is wellicht zo’n Zweedse of Noorse gast, die zich, eerder nieuwsgierig dan angstig, tot op een paar meter liet benaderen.
Het is op zichzelf dus niet zo bijzonder dat je in deze tijd van het jaar geregeld buizerds tegenkomt. Toch bestaat blijkbaar het idee dat het er meer zijn dan anders. De Warnsveldse vogelkenner Hans Grotenhuis heeft daar wel een verklaring voor: “Nu het de laatste weken wat kouder is, worden buizerds met name langs de wegen meer gezien. Er is minder voedsel beschikbaar en ze zoeken de plekken op waar dat nog te vinden is: de muizen die ze graag eten houden zich op in de (hogere) wegbermen. Buizerds zijn ook aaseters die op de slachtoffers van het wegverkeer afkomen.”
Vogels die langs wegen bivakkeren worden logischerwijze vaker gespot…
Vogelwerkgroep Zutphen houdt elke maand januari een telling in haar werkgebied (dat onder meer ook Eefde, Gorssel en Vorden omvat). Er werden 166 buizerds geteld. “Dat is iets onder het gemiddelde van de laatste acht jaar.” Uitgaande van dit getal, van eigen toevallige waarnemingen tijdens ritjes voor de krant door de regio (naar Gendringen, naar Lichtenvoorde, naar Bronkhorst), en van meldingen van anderen, kun je aannemen dat zich in de hele Achterhoek deze winter toch zeker minstens duizend buizerds ophouden en mogelijk nog flink wat meer.
“Het blijft hoe dan ook een mooi gezicht om een buizerd van zo dichtbij te kunnen waarnemen”, aldus Hans Grotenhuis, vogelliefhebber-pur-sang.