Michel Vreeling uit Zutphen belicht het werk van zijn vader, beeldhouwer Henk Vreeling, die in 1962 strip- en sprookjesfiguren vervaardigde ter opluistering van de Sint-Eusebiuskerk in Arnhem. Olie B. Bommel en Wammes Waggel forever!
Op dezelfde pagina in Contact/Achterhoek Nieuws een gedicht van Helma Snelooper. Sint-Willibrorduskerk forever!
© 2021 sander grootendorst / Achterhoek Nieuws
Beeldhouwer Henk Vreeling veroorzaakte in 1962 flinke ophef in Nederland, waarover zelfs in het Amerikaanse blad Time werd bericht. Vreeling bracht in de Sint-Eusebiuskerk in Arnhem achtentwintig niet-religieuze beelden aan in de vorm van strip- en sprookjesfiguren Zoon Michel Vreeling, die in Zutphen woont, schreef er een boek over waarin hij enkele misvattingen recht zet.
Michel Vreeling schuift samen met vormgeefster Ester Verheul aan voor een gesprek in het Zutphense Genietcafé, kort vóór de nieuwe lockdown. “Ik ken dit verhaal vanaf mijn achtste levensjaar,” zegt Vreeling. “Ik kon het vertellen, maar dacht altijd: laat maar, het zal wel. De beelden zitten hoog in de toren, niemand ziet ze. Toen gebeurde het volgende. Ten eerste: in het jaar 2012 verscheen bij uitgeverij WBooks een boek over de geschiedenis van de Eusebiuskerk. Met daarin ook aandacht voor de beelden van mijn vader. Ik las het: niet alles wat erin staat klopt. Ten tweede: van mijn broer kreeg ik het plakboek met krantenknipsels uit de tijd van de ophef. Ook daarin kloppen dingen niet. Ten derde: in 2018 werden twee glazen balkons aan de toren aangebouwd, waardoor je zestien van de achtentwintig beelden van dichtbij kunt bekijken.”
Deze drie punten brachten Vreeling op het idee om toch openbaar te maken wat hij ervan wist, aangevuld met nieuw onderzoek. Het leidde dit jaar tot het boek-in-magazinevorm Een kerk als tijdsbeeld. “In de krantenstukken werd voornamelijk gesproken over Disneyfiguren, en dat is in de volksmond zo gebleven. Maar ze zijn feitelijk in de minderheid. Er zijn acht figuren uit de Ollie B. Bommelverhalen van Marten Toonder bij en eigen creaties van mijn vader, weliswaar geïnspireerd door Disney, maar duidelijk anders: zo zijn de zeven dwergen uit Sneeuwwitje bij Disney allemaal hetzelfde; mijn vader gaf ze verschillende gezichten.”
Hoe dan ook: Henk Vreeling maakte met zijn werk de tongen los. Hoe durfde hij! Stripfiguren uit de Donald Duck in een religieus gebouw. Dat kan toch niet!
“Ook Godfried Bomans bemoeide zich ermee, hij schreef een column in de toen nog katholieke Volkskrant.” Publicist Bomans was destijds een zeer bekende Nederlander. De rapen waren gaar.
In terugblik zegt zoon Michel: ,,De rel die ontstond is symbolisch voor het begin van de ontkerkelijking en de opkomst van de populaire cultuur. Vandaar de titel van het boek. Het was bijvoorbeeld ook de tijd van de opkomst van de popmuziek. En wat de Eusebiuskerk zelf betreft: Het gebouw werd verwoest tijdens de Slag om Arnhem en de restauratie werd een voorbeeld van de wederopbouw, deels ook nieuw ontworpen. De gedachte was: bij een nieuwe toren passen nieuwe, eigentijdse beelden.”
De officiële term voor die beelden is schijnwaterspuwers. De beeldhouwer werkte in opdracht van architect Theo Verlaan. Overigens bevonden zich al gebeeldhouwde karikaturale wezens in de kerk: de zogenoemde kraagstenen: “Vreemde koppen die het kwaad en de zonde belichamen.”
De nu 67-jarige Michel is sinds zijn jeugd een liefhebber van de avonturen van Ollie B. Bommel. Hij las ze als kind in de Donald Duck. Zijn vader liet zich ook door dat veelgelezen stripblad inspireren. De Beer annex ‘Heer van Stand’ is nog altijd geliefd. Vreeling heeft een van de vele fanaten blij kunnen maken: “Ik heb een boekje opgestuurd naar de grootste Bommelkenner van Nederland.” Hij legt uit wat het verschil is tussen Bommel- en Disneyfiguren: “De dieren bij Toonder zijn menselijker.”
De suggestie van zijn vader om de beelden echte mensengezichten te geven door ze als politici neer te zetten, werd afgewezen. “Politici zijn zo weer vergeten, stripfiguren gaan veel langer mee.” Maar met het oog op de rel kon Henk Vreeling het toch niet laten op een van de dwergen het gebeeldhouwde hoofd van dominee G.C. Foeken te zetten, een van de felste tegenstanders van Vreelings nieuwlichterij.
“Religie speelde bij ons thuis geen rol,” zegt zijn zoon, “we maakten ons er niet druk over. Ik kreeg er weinig van mee, hoorde wel van het nieuws in de kranten en het was een keer op het Journaal.”
Drie jaar later is Henk Vreeling op 55-jarige leeftijd overleden. Zijn zoon, geboren Arnhemmer, naar Zutphen toen hij 42 was. “Voor dit boek ben ik in mijn Arnhemse rootsgedoken.”
Het is een verrassende link met vormgeefster Ester Verheul (50), eveneens Zutphense. “Ik heb drie jaar in Arnhem gewoond, waar ik de Arnhemse kunstenaar Sjacco Dubois heb ontmoet, hij is een goede vriend van me, en was dit ook van Michels broer. Van Sjacco kende ik het verhaal.”
Maar het contact met Michel kwam pas recentelijk in Zutphen tot stand. Hij zag haar werk, vond het “mooi kunstzinnig vormgegeven” en dat leidde tot samenwerking.
“Ik heb het opgezet als een verlengstuk van het werk van zijn vader”, zegt Ester, die zelf overigens ook leerde beeldhouwen. “Het lijkt een oude uitgave van perkamentpapier met vochtvlekken erin, alleen de bewerking van de foto’s is met nieuwe hedendaagse technieken gedaan. Zoals in de Eusebiuskerk: oude en nieuw gecombineerd. Ik vind het leuk om een beetje dwars te zijn.” En, opzij kijkend naar de auteur: “Het moest natuurlijk ook bij Michel passen.” Warempel draagt hij een trui die ongeveer de kleur heeft van het boek dat vóór hem op tafel ligt. “Mooi dat er ook illustraties van de strips in zitten, dat maakt het compleet.”
Haar opmerking doet bij Michel een belletje rinkelen: “Wat onder andere niet klopte in de publicaties toen is dat de eend Wammes Waggel zou zijn afgebeeld. In werkelijkheid is het Gijs Gans. Ook dat heb ik gecorrigeerd.”
Hij blijft scherp, de zoon van de beeldhouwer.
En doet daarmee zijn vader recht.
Het boek is te koop (en te bestellen) bij Van Someren & Ten Bosch in Zutphen en bij boekwinkels en VVV in Arnhem en Velp.