Ga naar de inhoud

Kunstzaal Hubertus

Met een expositie in het Dorpscentrum in Vorden vestigt het Museum voor Achterhoekse Schilderkunst (MAS) de aandacht op Hubert van Hille (1903-1983), ooit landelijk bekend, daarna in de vergetelheid geraakt.

© 2021 sander grootendorst/ Achterhoek Nieuws

Kunsthistorica Marguerite Tuijn uit Brummen opende de tentoonstelling vrijdag met een korte inleiding. Ze is familie van de schilder, die ze kent als ‘oom Bert’, een broer van haar oma van vaderskant. Ook MAS-voorzitter Werner de Wilde heeft Van Hille gekend: “Ik zat op het Baudartius in Zutphen en een vriendje introduceerde me bij zijn oom, de kunstschilder. Ik vond het heel spannend om te zien hoe Van Hille van het ene naar het andere schilderij hipte, hij was altijd met een paar werken tegelijkertijd bezig. Misschien is toen een zaadje gelegd voor mijn latere passie voor schilderijen.”

Van Hille werd geboren in de Molukse stad Ambon, maar daarvan is in zijn oeuvre niets terug te zien, zegt Tuijn. Van Zutphen des te meer: hij woonde zijn leven lang aan de Burgemeester Dijckmeesterweg (vroeger Deventerweg). “Zijn directe omgeving heeft hij vaak geschilderd. Uitzichten op de Grote Gracht, vanuit zijn huis te zien, en de achtertuin, portretten, zelfportretten, stillevens en abstract werk. Hij liet 350 werken na.” Dertig gingen er verloren bij het bombardement op Rotterdam, waar Hille in een galerie exposeerde.
“Als kind liep Van Hille een hersenvliesontsteking op, hij ging niet graag alleen naar buiten. Droeg op latere leeftijd een met schuimrubber gevulde tulband, zodat hij zich niet zou verwonden als hij viel.” Het verklaart zijn geringe mobiliteit, maar een kluizenaar was hij zeker niet, zei Tuijn. “Hij was ingebed in kunstwereld in Zutphen en jarenlang secretaris van Kunstvereniging Pictura. Aan huis had hij een tentoonstellingsruimte. ‘Kunstzaal Hubertus’ noemde hij die. Dat klinkt groot, maar was heel klein.”
“Oom Bert werd landelijk gewaardeerd, had in 1977 zelfs een expositie in het Stedelijk Museum, dat ook dingen van hem heeft aangekocht, net als het Kröller Müller, het Rijksmuseum Twente en het Groninger Museum. Bij de Musea Zutphen is Hille eveneens werk aanwezig. “Het staat helaas bijna altijd in depot. Er is daar ook maar weinig tentoonstellingsruimte. Maar wie weet. We hopen op eerherstel.” Recente aankopen van museum MORE in Gorssel duiden daarop.
Van Hille studeerde rechten, maar werd schilder in plaats van jurist. Hij hield zich als kunstenaar aan een tip van kunstpedagoog H.P. Bremmer:  Je moet het niet zoeken in interessante onderwerpen, je moet iets heel eenvoudigs nemen en daar iets van maken dat de moeite waard is.  “Nou, dat kon-ie,” zei Marguerite Tuijn. “Maar oom Bert deed er wel nogal lang over. Per schilderij gemiddeld een jaar, zei hij zelf.”
De vijfendertig werken van Van Hille die in het Dorpscentrum te bezichtigen zijn, geven een goed beeld van de variatie in zijn oeuvre. Op latere leeftijd ging hij over op een pointillistische stijl, met kleurige stipjes en streepjes.  Tussen figuratief en abstract zat voor hem geen verschil. Voor het publiek wel: “Ik heb die voorstellingsloze doeken haast nooit verkocht. Mensen zijn daartegen hè?” zei hij in een interview. Bezoekers kunnen in Vorden zelf oordelen: De openingstijden zijn vrijdag en zaterdag 14-17 uur. Entree vier euro.

De Jacob Damsingel (links) en de Sint-Janskerk zoals Van Hille ze vanuit zijn huis zag en schilderde.