Afscheid van de straten, afscheid van de stad,
van die paar struiken en die wolkenhoge daken,
van de dieren die het erf goed bewaken:
knobbelzwanen, atalanta’s en een rat.
Afscheid van de broodjes, afscheid van het plein,
van de auto’s met of zonder aanhangwagen,
van de niet altijd even interessante dagen,
van de niet altijd even interessante dagen,
wat leek te duiden op de leegte van het zijn.
Met kunst en vliegwerk kleurde ik de uren in,
afgewisseld met verveeld naar buiten staren,
zo kon ik over- en vooruitzicht toch bewaren.
Besluit van hogerhand heeft tegenzin verdreven,
ik was genoodzaakt mijn positie op te geven,
ik was genoodzaakt mijn positie op te geven,
uiteindelijk had slechts het afscheidnemen zin.
ⓒ 2014 sander grootendorst