Ga naar de inhoud

In memoriam Theo Engelen

ZUTPHEN – ‘Te veel om op te noemen.’ Die zin komt bij afscheidsplechtigheden in diverse variaties vaak langs. Omdat de spreektijd voor een terugblik op het leven van een overledene in zo’n setting nu eenmaal beperkt is. Te veel om op te noemen: bij uitstek geldt het voor de in Kilder (Montferland) geboren Zutphenaar Theo Engelen, die vorige maand op 89-jarige leeftijd overleed.

Door Sander Grootendorst

Theo Engelen, de man van het gelijknamige regionale schoenenimperium dat in zijn hoogtijdagen elf vestigingen omvatte. Oorspronkelijk droeg het overigens de achternaam van zijn vrouw, Riet Delsink: Theo kwam als jongeman in een van de winkels van haar vader te werken. Zij werden elkaars grote liefde.
Hij was ook de man die zich in zijn laatste jaren, toen parkinson hem het dagelijks bestaan bemoeilijkte, nog bleef inzetten voor grote en kleine projecten die de maatschappij, en specifiek de Zutphense, “een beetje mooier en beter” zouden maken. Hoe vaak heeft hij niet gepleit voor het terugplaatsen van de historische Wilhelminafontein op de Houtmarkt? Hij had een hoop medestanders, maar de tegenstanders hadden meer invloed – een uitzondering.

Hij was ook al in de tachtig toen hij de media opzocht om erop te wijzen dat ouderen in de hal van het NS-station nergens konden zitten. Met die actie had hij wél succes. Jarenlang was Engelen voorzitter van de Katholieke Bond voor Ouderen (KBO): hij heeft zich voor talloze ouderenvoorzieningen sterk gemaakt. Te veel om op te noemen…

Die K van katholiek was een belangrijke voor Engelen, een diepgelovig man. Met een eerbiedige knipoog sprak hij over God als ‘De Grote Baas’. Het aardige is dat Engelen zelf door menig plaatsgenoot als ‘de grote baas’ van Zutphen werd gezien. Daar sprak eveneens eerbied uit. Voor sommigen was hij een soort burgemeester; al zijn functies en acties bij elkaar opgetelde klopte dat in zekere zin ook wel. Zo was hij onder meer voorzitter van de door hem mede opgerichte ondernemersvereniging VCOZ.

Gemeenteraadslid is hij ook nog geweest, eerst korte tijd in de jaren zeventig, destijds met voorkeurstemmen gekozen, en aan het begin van deze eeuw nogmaals. Hij zat er namens het CDA, dat was echt zijn partij, maar partijdiscipline niet zozeer zijn ding. Soms nam hij tot verbazing van zijn partijgenoten het woord en gaf dat niet zonder meer weer af. Je kon het eventueel niet met hem eens zijn, maar hij sprak hoe dan ook welgemeend en met bevlogenheid. “Zegt u dit namens uzelf of namens het CDA?”, kon raadsvoorzitter burgemeester Arnold Gerritsen hem vragen.

Wonen boven winkels
Engelen was bovenal ondernemer, iemand die van aanpakken hield en vond dat de raad te vaak om de hete brei heen draaide. Ambtelijke molens waren hem te traag. Hij had het voordeel dat hij als pandeigenaar in de positie was de daad bij het woord te voegen, bijvoorbeeld in het kader van het project ‘Wonen boven winkels’. “Belangrijk om de binnenstad levendig te houden”, zei hij, en liet de ruimte boven zijn eigen winkels verbouwen tot huurappartementen.
Hij gaf de metamorfose van de binnenstad zelf mede gestalte, maar dacht ook met weemoed terug aan “die mooie tijd”, toen hij aan de Beukerstraat als winkelier van start ging. “Geen koopavonden en geen openstelling op zondag. De gemeenteraad eiste zelfs verplichte vakantiesluiting.”
Kwam je als journalist Theo Engelen ergens in de stad tegen, vertelde hij over nieuwe plannen, die vaak een sociaal karakter droegen. Zoals zijn inzet ter ondersteuning van gevangenen. Engelen was een gedreven vrijwilliger van het Justitiepastoraat van de p.i. in Zutphen.
Te veel om op te noemen…
Wat een opsomming moet het zijn geweest toen zijn verdiensten werden geschetst bij zijn benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.  De titel van zijn memoires, die hij in 2018 het licht deed zien, luidt: ‘Altijd in de weer voor de goede zaak.’

Synagoge
Eén daad moet beslist nog worden vermeld: zijn bijdrage aan de redding van de synagoge aan de Dieserstraat. In 1979 las Engelen in de krant dat de gemeente van plan was het gebouw te slopen. Met een schare gelijkgestemden wist hij op de valreep te voorkomen dat de gemeenteraad daartoe definitief besloot. Hij wilde dat de synagoge weer beschikbaar zou komen voor de Joodse bevolking. Dat lukte. De stichting Behoud Synagoge Zutphen werd opgericht en Engelen werd de eerste voorzitter.

De barmhartigheid van Theo Engelen beperkte zich niet tot zijn eigen geloofsgenoten, maar omvatte de hele Zutphense gemeenschap.
Te veel om op te noemen…
En mocht de Wilhelminafontein, nu weggestopt achter de Bourgonjetoren, toch ooit nog verhuizen naar een plek met meer aanzien, dan verdient hij op z’n minst de bijnaam Theo Engelenfontein.

© Contact / Achterhoek Nieuws 12 februari 2024