Van buiten lijkt het een boerenschuur, van binnen is het een bunker. Het gebouw uit 1952 aan de IJsseldijk in Welsum, onderdeel van de IJssellinie, wordt zaterdag voor het eerst sinds de restauratie opengesteld. ‘Het interieur is nog volledig intact.’
De eerste druppels van een gigantische regenbui vallen op en rond de bunker. Hij is er niet in eerste instantie voor bedoeld, maar beschermt ook prima tegen noodweer. ‘En het is hier binnen aangenaam koel hè?’ zegt Theo Schuller van de stichting IJssellinie. ‘Dat wil wel lukken met wandjes van anderhalve meter dik.’
De parkeerplaats lag er dankzij het waterschap al, de trap naar beneden, de dijk af, is aangelegd in het kader van een ‘glorieuze restauratie’ van de zeventig jaar oude bunker, vertelt Schuller. Zaterdag is hij voor het eerst weer opengesteld voor publiek. ‘Dat doen we voortaan twee keer per jaar.’
Dat de IJssellinie ook aan de westkant van de rivier sporen heeft nagelaten, is lang niet bij iedereen bekend. ‘Deze bunker was bedoeld als commandocentrum voor de luchtafweer, van hieruit werd het nodige geschut aangestuurd. Hij is niet toevallig gebouwd vlak bij de voormalige stuwdam die in het systeem een essentiële functie had.’
Even terug naar 1952. Schuller vertelt over de toestand in de wereld van destijds. ‘Rusland had zijn macht in Oost-Europa enorm uitgebreid en het Westen reageerde daarop met de oprichting van de NAVO. Die verplichtte de leden inspanningen te leveren om de Russische invloed tegen te gaan. Maar Nederland was praktisch failliet en de militairen zaten in de koloniën. Vandaar dat werd gekozen voor een waterlinie, waarmee veel minder personeel gemoeid was.’ Een 127 kilometer lange en vijf tot tien kilometer brede strook land tussen Nijmegen en Kampen zou onder water worden gezet. 400.000 bewoners zouden worden geëvacueerd. Waarvan ze overigens zelf niet op de hoogte waren. De hele operatie – met Olst en omgeving als epicentrum – was geheim.
Het kwam er nooit van, het IJzeren Gordijn bleef op afstand, en in de Welsumse bunker is volgens Schuller dan ook alleen maar ‘eindeloos geoefend’. Van 1952 tot 1963 om precies te zijn, de tijd van de Koude Oorlog. ‘Daarna heeft Defensie de bunker als reserve aangehouden tot 1993. Dat verklaart waarom het interieur nog volledig intact is.’
Het kost mede daardoor niet veel verbeeldingskracht om je te verplaatsen in de tijd van toen. Schuller beschrijft de schildwacht die aan het einde van de ingang klaar stond om indringers neer te schieten. Wat dus nooit werkelijk is gebeurd; dat geeft het geheel iets van een filmdecor.
Maar de tekenen van de grote angst voor het ‘Rode Gevaar’ van destijds maken het al met al toch weer zeer realistisch. Er hangt een poster met de tekst: ‘Laat je vallen vlug en plat, zo heeft de A-bom het minste vat.’
De communicatiemiddelen, waaronder een telexemachine en een veldtelefoon, nu compleet verouderd, waren toen modern. Wat lang ook iets van vroeger leek, heeft met de inval van Rusland in Oekraïne zijn rentree gemaakt: het idee van de Koude Oorlog. Schuller: ‘Het is de laatste tijd erg druk bij de IJssellinie. Dat komt omdat bezoekers parallellen zoeken tussen de oorlog in Oekraïne en het verhaal dat wij bieden.’ Soms wordt de vraag gesteld of je anno nu in deze bunker zou kunnen schuilen mocht er ergens op aarde een doorgedraaide machthebber ‘op de knop drukken’. ‘Dat wordt lastig’, zegt Schuller. ‘De dichtsbijzijnde persoon met een sleutel woont hier twee kilometer vandaan.’ Zelf woont Schuller in Olst. Op zijn erf bevindt zich een stukje IJssellinie, een kazemat. ‘Zo is mijn belangstelling ontstaan.’
Inmiddels is hij een kenner die belangstellenden rondleidt en massieve explosiebestendige deuren opent die normaliter voor anderen gesloten blijven.
‘Hier zijn we bij het meest vitale onderdeel van de bunker: de telefooncentrale. Van de Nederlandse luchtwachttorens gingen alle berichten over vliegtuigbewegingen naar de grote centrale in Nieuw-Milligen op de Veluwe. Die verdeelde ze over de verschillende commandocentra en zo kwamen ze ook in Welsum binnen. De telefooncentrale heeft maar één buitenlijn: met Nieuw Milligen dus. De bunker was een soort meldkamer, van waaruit via de radio contact werd gelegd met de gevechtsposten in het gebied. De vijf radiocabines die je ziet, verkeren allemaal nog in originele staat. We hebben alleen her en der radioapparatuur uit het betreffende tijdperk op de kop getikt. En het dieselaggregaat vervangen door een ander ouwetje, afkomstig van de Rijkspolitie.’
In de planningsruimte, met – ook al authentiek – het ‘plotterbord’, waarop alle informatie werd genoteerd (van de weersomstandigheden tot het ingezette materieel) valt het oog al snel op een beeldje dat je in een bunker niet meteen zou verwachten. ‘Het is de heilige Barbara, schutspatrones van de kanonniers en alle gevaarlijke beroepen.’
Buiten barst langs de IJssel het noodweer los en zet sommige straten onder water. De weergoden lijken een beetje een idee te willen geven van wat het IJssellinie-plan in de praktijk zou betekenen.
Wie wil ontdekken hoe het precies zat, kan zaterdag van 12.00 tot 15.30 uur terecht in de bunker (IJsseldijk 5a). Ook hebben rondleidingen plaats op het militaire terrein bij de voormalige stuw.
© 21 mei 2022 sander grootendorst/ de Stentor