VIERAKKER – Zaterdagavond. De Sint-Willibrorduskerk is weer op zichzelf, het publiek en het koor hebben het gebouw verlaten, zijn in de invallende duisternis na afloop van het concert huiswaarts gekeerd. Maar de klanken zijn nog aanwezig. Die verlaten je oor niet zo gauw, je hart niet zo gauw.
De onze keerden in gedachten onder meer terug naar het lied Only in Sleep van de Letse componist Eriks Ešenvalds. Een van de negentien door het Haarlems Studenten Koor uitgevoerde werken. Het is geschreven in 2012, vrij recent nog, helemaal vergeleken bij bijvoorbeeld het tweede lied dat op het programma stond: Entre le bœuf et l’âne gris, dat is vermoedelijk van rond 1250. Het jonge koor leidde de toehoorders gepassioneerd én gedisciplineerd door de eeuwen heen naar het heden.
Ešenvalds maakte gebruik van een tekst van de Amerikaanse dichter Sarah Teasdale (1884-1933). Zeker het laatste couplet ervan is zonder dat er wordt gezongen al ontroerend. Een volwassene droomt dat ze weer een kind is en met de andere kinderen speelt.
I met their eyes and found them mild—Do they, too, dream of me, I wonderAnd for them am I too a child?
»Zouden die andere, nu eveneens volwassen kinderen, ook over mij dromen en zou ik in hun dromen een kind zijn net zoals zij in de mijne?« Een niet te beantwoorden vraag, gesteld door een sopraanstem die de toehoorders als in een sprookje meevoerde naar hun jongste jeugd.
Uitgerekend tijdens dit lied werd het een meisje in de zaal te machtig, ze verhief haar stem tussen de stemmen van het studentenkoor door. Haar vader nam haar aan de hand en ze liepen samen naar buiten. Niemand die zich daaraan stoorde, het hoorde erbij, het versterkte in wezen de inhoud van het lied. Vader en dochter die langs de kerkbanken gingen, ze brachten de droom van Teasdale en Ešenvalds, zo wondermooi vertolkt door het Haarlems koor, in die sublieme akoestiek, op speelse wijze in beeld. Als in een film. Als in een droom.
© 2024 Sander J. Grootendorst