Het Franse gezelschap Ex Nihilo in actie op de Beestenmarkt tijdens het festival Deventer Op Stelten 2014. De negen dansers kwamen uit het niets op, hadden onherkenbaar tussen of achter het publiek gestaan. In gewone, wat ouderwetserige kleren, niet in overeenstemming gebracht met de brandende zon.
De voorstelling begon met het het trekken van lijnen en cirkels op het asfalt, alsof er een sportwedstrijd op het programma stond. Het bleek een sportwedstrijd zonder regels, vrijwel geheel bepaald door het toeval. Géén sportwedstrijd dus.
Er klonken stemmen uit een blauwe plastic tas, die de spelers om beurten even meezeulden. Na een tijdje hield dat op.
Er ontvouwde zich een intrigerend maar somber schouwspel, begeleid door een rockgitarist die soms tedere, vaker snoeiharde, en vooral ook veel nikserige klanken voortbracht.
Dat sombere en niksere leek te getuigen van een nihilistische kijk op het leven. Als de dansers al dansten, dansten ze meestal langs elkaar heen. De ene keer dat de hele groep meedeed, gaf een van hen van achter een microfoon bevelen hoe snel het moest en waarheen. Naar links, naar rechts, steeds sneller. Het leidde tot niets.
De voorstelling duurde bijna een uur. Vijf mannen, vier vrouwen renden heen en weer of rondjes, liepen wat te lopen, deden soms ook gewoon niks (even niet mee dus), maar waren constant op hun qui-vive. Dan botsten ze weer tegen elkaar, of ontweken elkaar op het laatst, vielen om, zegen ter aarde, stortten zich op het asfalt, werden al dan niet opgevangen (meestal niet), lagen op de grond, stonden weer op, al dan niet overeind geholpen (meestal niet), maakten ruzie, een op een, of met z’n allen tegen een, omhelsden elkaar, stootten elkaar weer af, het ging moeizaam.
Een deel van het publiek vertrok, de bankjes rond het plein werden leger. Je zou kunnen stellen dat de voorstelling iets saais had. Toch bleef ik gebiologeerd kijken. Misschien was het de lengte die het nikserige kracht en ritme gaf. Ik was hiervóór in de schouwburg geweest, bij een van te voren geroemde Amerikaanse voorstelling: mooi opgebouwd, perfect uitgevoerd, alle acht dansers zaten goed in hun vel en in hun danspak. Er kwamen stelten aan te pas, kort en lange, die zaten schijnbaar organisch aan de lichamen vast; geen speld tussen te krijgen. Na een half uur was het voorbij. Volle zaal, staande ovatie.
Op de Beestenmarkt drong de vergelijking zich op. Was niet juist die Amerikaanse show wat nikserig geweest?
Hier in de buitenlucht geen perfectionisme, geen goed zittende danspakken, nee: slecht zittende overhemden. Publiek dat wegliep, langsliep (om boodschappen te doen bij Plus), gepraat, geklets, verkeerslawaai op de Brinkgreverweg.
Geen gelikte show, geen sportwedstrijd – al vergde de uitvoering, zeker in de hitte, nog heel wat van de conditie van de dansers.
Menselijke conditie – opeens zat die term in mijn hoofd.
La condition humaine.
sander grootendorst (c) 2014