Natuurjournalist Kirsten Dorrestijn uit Zutphen schrijft over kleine (‘en wat grotere’) dieren die je in Nederland kunt tegenkomen. Zondag is de presentatie van haar eerste boek. Met aansluitend een excursie. ‘Pap, een bunzing!’
Kirstens vader, Hans Dorrestijn, verwierf landelijke bekendheid als zwartgallig-weemoedig cabaretier, die ook over de natuur schrijft, in het bijzonder over vogels. Dorrestijns Vogelgids (2009) werd een bestseller. Kirsten (38) betitelt zichzelf als natuurjournalist, schrijft voor dagbladen en tijdschriften en nu komt haar eerste boek uit. Daar komen vogels in voor, zoals de bosuil en de gekraagde roodstaart.
Zo vader, zo dochter? Nee, eerder: zo dochter, zo vader. ,,Van jongs af aan had ik belangstelling voor de natuur: kevertjes, vlinders en vooral hommels. We hadden vroeger geen tuin; wel een mooie balkonbak, met vlinderstruik. Ik denk dat ik het hém heb laten zien, bijvoorbeeld hoe leuk een hommel is. Dat hij zich er daardoor in ging verdiepen. Maar pas op latere leeftijd.”
,,Ik herinner me dat ik, bij hem in Bennekom op bezoek, een bunzing zag. Ik schrok ervan toen het dier zijn kop uit de bosschages stak, dacht eerst aan een kat of een egel. Ik riep: ‘Pap, een bunzing!’ En het leek me opeens zó leuk om daarover te schrijven in een natuurtijdschrift, zoals Grasduinen, het tegenwoordige Roots. Maar ja, ze zien me aankomen, ik weet er helemaal niets van.”
Een ‘hobbel’ was het wel, zegt Kirsten. Want inmiddels was haar vader bekend als vogelaar. ,,Zoals het ook een hobbel was geweest om net als hij Nederlands te gaan studeren.” Het bloed kroop waar het niet gaan kon, en al tijdens haar studie schreef ze voor studentenbladen en was vastberaden van dat schrijven haar werk te maken. ,,Ik pitchte lukraak ideeën, het maakte niet uit waarover. Tot ik besloot, elf jaar geleden, dat ik natuurjournalist wilde zijn.”
De bunzing speelde bij dat besluit een doorslaggevende rol. ,,Al heb ik nog steeds niet over bunzingen geschreven. Wel in het algemeen over kleine marterachtigen.” Zo heet een van de hoofdstukken in Het boek van de kleine dieren (en de wat grotere). Naast de dieren zelf had collega Gemma Venhuizen, biologieredacteur, een aandeel in het besluit. ,,Dus ik heb het niet aan de naamsbekendheid van mijn vader te danken”, zegt Kirsten.
Alle hoofdstukken behandelen één diersoort of diergroep en beginnen met een korte persoonlijke inleiding. ,,Voor het eerst dat ik op deze manier iets over mezelf schrijf. De stukken zelf zijn verder journalistiek, ik ben de leek die op pad gaat met een expert en vragen stelt.” ‘Er niets van weten’ blijkt een voordeel. ,,De slakkenexpert zei dat ik vragen stelde zoals een kind dat zou doen.” Een compliment: ze schrijft immers niet voor andere experts, maar voor andere leken die niet zomaar een antwoord hebben op de vraag: ‘Zit een huisjesslak vast aan het huisje?’ Het antwoord staat in het boek.
De gesprekken en uitstapjes met bevlogen biologen vergrootten Kirstens natuurfascinatie. En, toch ook: haar kennis. ,,Langzaam maar gestaag snap ik er meer van. Het is fijn om er de hele dag mee bezig te zijn. Een levensinvulling. Al ervaar ik het lezen van natuurboeken dan wel weer als huiswerk.”
Het was niet haar eigen plan zelf óók een natuurboek uit te brengen. ,,Juliët (Jonkers, SG) van uitgeverij Thomas Rap – ik ken haar uit mijn studietijd – wist me te overtuigen. In het boek zijn eerder gepubliceerde teksten verzameld en ik heb nieuwe toegevoegd. Ben heel blij met de illustraties van Herwolt van Doornen.”
Sinds ruim een jaar woont Kirsten Dorrestijn met man en twee kinderen in Zutphen. Stad en omgeving ontdekte ze toen ze er voor een artikel rondfietste met de Zutphense tv-presentator Harm Edens. Het zaadje was geplant, maar het zou even duren voor het ontkiemde. In Amsterdam werden haar kinderen geboren, daarna ruilde ze de hoofstad in voor Zutphen. ,,Hier hoef je niet twintig minuten door druk en agressief verkeer naar de crèche te fietsen”, verzucht ze lachend.
Hoe verschillend ook, een overeenkomst tussen beide steden is de nabijheid van de natuur in tuin, perk en park. De speelplaats om de hoek staat vol wilde planten, sprinkhanen voelen zich er thuis. Hé… dook daar een rat onder de struiken weg? ,,Nee, toch een vogel, denk ik.”
De kinderen zijn met papa naar de speelplaats geweest en keren naar huis terug. Eentje is hongerig, loopt door naar de keuken, krijgt een banaan. ,,Kijk mama, allemaal vliegjes”, zegt hij opmerkzaam, zijn ogen gericht op een clubje fruitvliegjes.
Zo dochter, zo vader, zo moeder, zo zoon.
Kirsten Dorrestijn: Het boek van de kleine dieren (en de wat grotere). Presentatie zondag 15.00 uur bij Geluksvogels aan de Schupstoel in Zutphen. Aansluitend op excursie onder leiding van experts. wijzijngeluksvogels.nl
© sander grootendorst / De Stentor