Van de zes romans die de redactie van De Correspondent dit jaar naar eigen zeggen ‘niet kon wegleggen’, dateert er eentje niet van 2017 maar van 2015. ,,Hij verscheen pas dit jaar op mijn radar,” verklaart milieuredacteur Jelmer Mommers. De decembermaand is traditiegetrouw vergeven van lijstjes met ‘de beste boeken’, ‘de beste platen’ enz. van het voorbije jaar. Prettig dus dat het overzicht van De Correspondent meer een anti-lijstje is. Goede literatuur laat zich niet rijmen met een jaaroverzicht. ‘Het proces’ van Kafka was wellicht de beste roman die in 1925 verscheen; die kwalificatie biedt geen enkele meerwaarde. Kafka schreef het al in 1914.
De Correspondent geeft van alle zes een korte bespreking: Uit ‘Het tegenovergestelde van een mens’ van Lieke Marsman – de voorkeur van podcast-redacteur Yelena Schmitz – wordt het volgende citaat ontleend:
‘We kunnen er niet tegen dat er niemand iets terugzegt, dat we nog altijd geen dieren hebben horen praten. (…) En dus zetten we ons af door al die zwijgende natuur om ons heen te vernietigen, als een wanhopige geliefde die maar niet wordt terug ge-sms’t en het in het café op een zuipen zet.’
Uit ‘An Account of the Decline of the Great Auk, According to One Who Saw It’ van Jessie Greengrass (geen roman maar een verhalenbundel), het boek uit 2015, citeert De Correspondent: ‘There was something in their passivity that enraged us … We felt in them a mirror of our sin.’ (Woorden gesproken door een alkenjager). De reuzenalk, een pinguin-achtige vogel, zo’n vijfenzeventig centimeter hoog, is in 1852 uitgestorven. Hij leefde onder meer op Groenland en in Canada. Jagers hebben hem uitgeroeid.
De beide citaten hebben ontegenzeggelijk met elkaar te maken. Ze gaan over de verhouding tussen de mens, de controle-freak die alles naar zijn hand wil zetten, en de natuur, ‘die niets terugzegt’, wat dermate op de zenuwen van de mens werkt dat hij z’n bijl erin zet, of z’n geweer erop richt, of toch op z’n minst: dat hij de boel gaat aanharken of de bladblazer in werking zet. Uiteraard zijn er bepaalde vormen van ‘overlast’, zoals herfstblaadjes waarover je zou kunnen uitglijden, of roeken die vanuit de bomen waarin ze nestelen de auto’s met hun uitwerpselen bevuilen. Natuurnieuws in de krant en op tv heeft veelal betrekking op ‘overlast’ en ‘schade’. Waarop de ‘benadeelde’ niets beters weet te verzinnen dan het geweer erbij te halen. Of het gif. Of de zaag (Roeken mag je bij wet niet vergiftigen of doodschieten, maar je mag wel de bomen omleggen zodat ze er hun nest niet meer in kunnen bouwen).
Ik heb me altijd afgevraagd waarom zoveel mensen zo’n hekel hebben aan die interessante, mooie en fascinerende natuur. Waarom gaat die hekel verder dan wat je met een beetje goede wil nog onder ‘overlast’ kunt scharen?
Een religieuze context is er zeker, zoals door Greengrass aangegeven: de mens als heerser en de natuur als ‘spiegel van onze zonden’. Dáárom moet die vos dood.
En daarnaast de – eveneens antropocentrische – context van ‘gebrek aan liefde’, zoals gesignaleerd door Marsman. Dáárom moeten die blaadjes weg. En zelfs acuut.
De spiegel van onze onvrede.
Niettemin zullen we het samen met de natuur moeten rooien, anders zingen we het op deze planeet niet lang meer uit. De liefde zal van onze kant moeten komen.