Het Popcollege Zutphen leek de gitaar aan de wilgen te moeten hangen, maar…. het kan toch door. Aan de Pollaan, niet ver van het station. Betere plek dan de vorige! Misschien moet de Pollaan maar Poplaan gaan heten.
Popcollege Zutphen is gered door de gong. Halsoverkop moest het zijn thuishonk in De Stoven verlaten. De firma Oosterberg, eigenaar van een pand aan de Pollaan dat het bedrijf zelf niet meer nodig heeft, bood soelaas. “We zijn er zelfs op vooruitgegaan”, zegt oprichter Luuk Nengerman opgetogen.
Maandag heeft het Popcollege het pand officieel in gebruik genomen. Wethouder Mathijs ten Broeke knipte een lint door, waarna de bezoekers naar binnen konden om te proosten op de vooralsnog goede afloop. “Popcultuur is ons een lief ding waard”, zei Ten Broeke. “Daarom hebben we meegedacht en meegewerkt om een nieuwe locatie voor elkaar te krijgen. Dat had veel voeten in de aarde, maar het is gelukt. Het is nu aan het Popcollege zich verder in Zutphen te verankeren.”
Gebouwen ondergaan wel vaker metamorfoses, maar zelden in zo korte tijd. Nengerman: “Letterlijk zeven dagen geleden werd duidelijk dat het Popcollege toch kon blijven bestaan. We zijn daarna kei- en keihard aan de slag gegaan. Ik ben enorm trots op iedereen die daaraan heeft bijgedragen. Zelf had ik ook honderdvijftig uur op de klok staan.” Gedeeld door zeven, reken maar uit.
Het resultaat mag er zijn en de blijdschap van de betrokkenen – docenten, ouders van leerlingen en de leerlingen zelf – vormt de beloning voor al werk. “Gelukkig kunnen de honderden leerlingen die hier muziekles volgen, nog steeds bij ons terecht.”
Drumleraar Han Neijenhuis: “Het is geweldig, ik had er niet meer op gerekend. Voorlopig hebben we een plek, in ieder geval voor een jaar en hopelijk kunnen we daarna blijven.” Vier dagen in de week geeft Nijenhuis drumles. Hij had gevreesd dat hij zijn noodplan van stal moest halen: “Ik heb thuis mijn eigen drumstudiootje, dat was mijn escape.” Maar in één gebouw samen met andere muziekdocenten werkt vele malen beter. “We spreken allemaal dezelfde taal, we doen van alles samen. En als een jonge drummer mij zegt dat hij een bandje wil beginnen, dan stap ik naar gitaardocent Rob om te vragen of hij leerlingen heeft die daarvoor in aanmerking komen.”
Elke docent in het Popcollege is zelfstandige. “We zijn ongesubsidieerd, moeten het zelf doen. Dat is ook fijn, we willen een beetje rock ’n roll zijn en zoals je ziet: dat straalt dit ook uit.” De oude vinyl platen die ter versiering tegen het plafond zijn aangebracht, versterken dat gevoel.
Nengerman geeft een rondleiding door het gebouw waarvan het Popcollege alleen de begane grond in gebruik heeft. We lopen een rondje via lokalen voor gitaarles, zangles, pianoles, drumles, een kantoor, een opnamestudio, een oefen- en een opslagruimte, een magazijn een keukentje en Nengermans eigen studio. “We zijn er zelfs op vooruitgegaan, vergeleken bij waar we zaten in De Stoven is het hier veel compacter”, zegt Nengerman. “Je zit hier ook veel meer in het zicht, iedereen kan zien dat we er zijn. En de binnenstad is dichtbij, klein stukje fietsen en onder het tunneltje door.” Neijenhuis: “Ook handig voor de leerlingen, ik heb er een paar die zitten op het Eligant Lyceum. Binnen een paar minuten zijn ze bij de muziekles.”
Nengerman ziet nog meer mogelijkheden: “Misschien zijn er uitbreidingsmogelijkheden op de bovenverdieping. En wist je dat hierachter een enorme loods staat? Als we daar toch een concerthal van zouden kunnen maken! Je kunt er wel vijfduizend man in kwijt.”
© 2021 sander grootendorst / Achterhoek Nieuws