Koffie wordt duurder en de smaak gaat achteruit. Klimaatverandering bedreigt tal van koffiesoorten, meldt nu.nl. En reguliere thee bevindt zich ook in de gevarenzone. Beide moeten bovendien van milieu-onvriendelijk ver worden aangevoerd. Tijd voor koffie en thee van dichtbij.
Bramenthee of een kopje kloffie?
Sinds vorige week verkrijgbaar in twee Deventer zaken en, al langer, via de website van Laurette van Slobbe: thee uit Twello, van ter plaatse geteelde wilde planten. ‘Je proeft een diepgang in het bramenblad.’
De eerste vraag die Laurette van Slobbe in haar theetuin aan de Vermeersweg stelt: ,,Wat wil je drinken: thee, koffie of cappuccino?”
,,Eh, thee graag.”
,,Dat is het enige juiste antwoord”, lacht ze. ,,Wat mag het zijn: thee van gefermenteerd bramenblad, van gefermenteerd bramenblad met roos, akkerdistelwortel en munt of biologische zwarte ceylonthee met engelwortel en berenklauw?”
,,Doe maar de middelste.”
Dochter Mariëlle Hesselink neemt de rol van ober op zich en presenteert een dienblad met theeglazen.
Bij het woord theeplantage denk je aan Java, niet aan Twello. ,,Zelf noem ik het een theeakker”, zegt Laurette. ,,Ik teel er bijvoorbeeld de engelwortel en de berenklauw.” Ze ontwikkelt producten zoals deze thee voor kleinschalige ondernemingen. Haar eigen onderneming heet Florae. De eetbare (en drinkbare) wilde flora is haar specialiteit, ze schrijft er ook boeken over, onlangs verscheen Basisboek wilde bladgroente. ,,Mijn doelstelling is dat wilde planten veel meer onderdeel worden van ons dagelijks leven. Ze zijn voedzaam en geneeskrachtig: als eenvoudige huismiddelen vaak zeer effectief.”
De theetuin is in juni geopend. Anderhalf jaar geleden stopte Laurette stopte bij de Hof van Twello, die ze voorzag van eetbare planten-van-eigen-land en waar ze de horeca deed. Met haar man Gert Jan Jansen runde ze het ecologisch landgoed dat inmiddels aan nieuwe eigenaren is overgedragen.
Al toen ze nog in de Betuwe woonde was ze al met wilde planten in de weer, gaf ze workshop en schreef ze haar eerste boek Gert Jan en Laurette hebben samen een adviesbureau voor rendabele biodiversiteit.
,,Het werd bij de Hof van Twello steeds meer horecawerk”, zegt ze. Ze ging terug naar de oorsprong.
,,En, hoe smaakt de thee?”
,,Die smaakt goed, krachtig maar toch zacht.”
,,Als je bramenblad fermenteert, ontsluit je net als bij zwarte thee de smaaktonen in het blad. Er zit veel looizuur in. En melkzuurbacteriën, want die zweven in de lucht. Je proeft de diepgang van het bramenblad. En daarbij het aardse van de akkerdistelwortel. Lekker, en goed voor de lever.”
Goed voor de biodiversiteit bovendien: bijen en vlinders komen er als vliegen op af. Maar de stekelige planten zijn niet bij iedereen geliefd. ,,Er bestaan zelfs distelverordeningen. Dat er binnen dertig meter van de buren geen distels mogen groeien.”
De akkerdistel is een van de eenentwintig bladgroenten die Laurette in haar nieuwste boek bespreekt. ,,Je kookt de bladen in een pan met water, dan maak je er in de blender groentepuree van. Een echte krachtcentrale die je prima in gerechten kan verwerken.”
,,In Nederland neemt de interesse voor het gebruik van wilde planten wel toe, maar veel mensen vinden eten uit de natuur nog steeds raar. Het zit niet in onze genen.” Vroeger was er geen keus: ,,Je moest het doen met wat er in de omgeving beschikbaar was. En daar het beste van maken. Ook in de winter kun je nog met wilde planten toe. Kleine veldkers, witte dovenetel, de kiemplantjes van kleefkruid. En brandnetels steeds afsnijden, dan blijven ze groeien tot de vorst invalt. Er is veel van die kennis verloren gegaan omdát het niet meer hoefde. Je hebt de voedselindustrie en de supermarkt, we zijn niet meer gebonden aan wat er van nature is.”
Die verbinding voelde Laurette van jongsaf aan wel: ,,Toen ik nog heel klein was sjouwde ik al rond met een determineertrommeltje voor planten. Ik was altijd in de natuur te vinden. Toen ik negen of tien was, droogde ik ze en plakte ze in een boekje met de Latijnse namen erbij. Ik was toen al geïnteresseerd in wat je met planten kunt doen. Eten, genezen, verven… Ik kan nog altijd diep ontroerd raken van hun schoonheid en hun geneeskracht.”
De natuur blijft aanbieden: Toen op het erf van Gert Jan en Laurette spontaan kamille opkwam, is het geoogst om er kamillethee van te kunnen fabriceren. Dat is een drank die de meesten nog wel kennen. Maar wat te denken van kloffie?
,,Nee, geen koffie. Wél een goede afwisseling voor als je even geen zin hebt in thee. In de theeakker groeit ook de klis, de wortel daarvan rooster ik en ik doe er carob bij, dat is een cacaovervanger. Goed voor lever en darmen. Wil je een kopje?”
Benieuwd of Roemar en Het Bouwhuis binnenkort ook Twellose kloffie op hun menukaart hebben staan. Voorlopig in elk geval Twellose thee.
,,Die met engelwortel en berenklauw nog proberen? Is een beetje als Earl Grey, maar dan met een geheel eigen smaak.”
© 2021, sander grootendorst / De Stentor