Als je tussen de straatklinkers uitgeveegd hoopjes zand ziet liggen, zijn hoogstwaarschijnlijk pluimvoetbijen in de buurt. Mieren verspreiden het zand minder ver. Pluimvoetvrouwtjes hebben achterpoten als pluimen, dat komt goed van pas als je stuifmeel wilt verzamelen en je kunt er handig mee graven. Zodra ze een beginnetje heeft, gaat ze met haar kop naar voren het gaatje in en duwt, achterwaarts teruglopend, het zand omhoog. Spectaculair straattheater. Ze kan wel tot een meter diep. Daar legt ze eitjes en deponeert ze voedsel zodat de jonge pluimvoetjes meteen te eten hebben nadat ze ter wereld zijn gekomen. Alle nesten bij elkaar opgeteld liggen er onder sommige straten hele kolonies. Het afgegraven zand verdwijnt na enige tijd door regen of betreding uit zicht, dan besef je niet dat zich onder je voeten of wielen een pluimvoetbijdorp bevindt: een nieuwe generatie pluimvoetbijen in wording voor het volgend jaar.
© 2021 sander grootendorst