Het is geen opstijgen, meer een zich laten vallen. Zijn vleugels slaat hij uit als parachute.
Hij heeft de dakrand nog maar nauwelijks losgelaten of de houtduif maakt zich alweer op om de landing in te zetten. Je zou hem enigszins plomp kunnen noemen, maar dat is al te menselijk gedacht; bovendien in tegenspraak met de nauwkeurigheid van zijn afstandsbepaling. Hij komt pal naast mij terecht, hetgeen als een blijk van vertrouwen kan worden beschouwd.
Onder aan de dakrand zijn de resten van verwijderde klimop te zien. De plant was ver gekomen, maar zat aan zijn tax, hij kan nooit zo hoog als een duif.
De hemel is smetteloos blauw, met dank aan de vliegtuigpiloten die ten gevolge van de coronamaatregelen thuiszitten en het luchtruim niet met dikke witte strepen bezoedelen. Hoewel duiven ook over vervuilende vermogens beschikken waar niet alle stadsbewoners op zitten te wachten, houden ze samen met de andere vogels en vliegbeesten de lucht volmaakt schoon. Schoon blauw. Ongemotoriseerd schoon blauw. Niet gevoed met kerosine, maar met zaden die deze duif vanuit de hoogte heeft gesignaleerd op de grond waarop ik sta.
Uitgegeten stijgt hij klapwiekend op. Het had misschien iets soepeler gekund… Maar dat is menselijk en niet duifs gedacht.
Als blijk van waardering en ter ondersteuning van dit blog,
natuurvertaler.nl en Vlinderwerk Poëzietheater kun je een
bedrag naar keuze overmaken:
Betaling geschiedt veilig via iDeal.
Of rechtstreeks overmaken naar NL96ASNB0707472814 ten name van Natuurvertaler.
Alle gegevens worden strikt vertrouwelijk behandeld.
Vragen, opmerkingen? Vul dan het contactformulier in.