Gedurende de zomer schrijf ik elke zaterdag een natuurcolumn in de Stentor. Toen ik dat begin juni rondvertelde, was een van de meest gehoorde reacties: “Maar dan kun je helemaal niet op vakantie! Hoe moet dat nu?” Toen begreep ik dat er zoiets bestaat als vakantiedwang. Een contradictio in terminis, want vakantie komt van het Latijnse ‘vacare’ en dat betekent: vrij zijn.
Het is misschien überhaupt een van de meest gestelde vragen, gespreksonderwerpen, het hele jaar door: “Nog vakantieplannen?” (En variaties daarop).
‘Vakantiedwang’, een veredelde vorm van ‘werkdruk’. Een zomerse verplichting.
Voor vakantie hoef je niet per se op reis. Integendeel. Niet per se in de file zuidwaarts te staan op Zwarte Zaterdag en niet per se aan te sluiten in een drie kilometer lange wachtrij voor een balie op Schiphol. Niet per se dagenlang in een staat van opperste verveling aan het strand te bivakkeren in een land waar een hittegolf heerst. Je kunt bijvoorbeeld wel op een erf niet ver van de IJssel de hommels bestuderen die van de blauwe bloemen heen en weer naar hun nest vliegen. Ze dragen speciale tasjes om stuifmeel in te vervoeren. Daarover gaat de aflevering volgende week.
© 2017 Sander Grootendorst
n.a.v. een Facebookbericht van Hans Mellendijk, die schreef over een column van Ann de Craemer in De Morgen.