Ga naar de inhoud

Suizen en ruisen

Het fijngroene waas van de voorjaarseiken wordt langzamerhand al hechter. We wandelen onder het ruisen door richting de zomer. Hoe vlotter je vervoermiddel, hoe meer de stammen en kruinen aan je voorbij suizen. Geen kans om erbij stil te staan dat in één eikenboom vierhonderdvijftig soorten insecten kunnen wonen. Elke boom is een natuurreservaat op zichzelf.
Hoe vlotter je vervoermiddel, hoe vager je die bomen waarneemt. Je gaat het pas missen, dat suizende geluid, als ze verdwenen zijn. Voor sommigen een excuus om sneller te gaan rijden: een weg zonder bomen erlangs wordt als verkeersveiliger beschouwd, je kunt er immers niet meer tegenaan botsen.
Anderen beseffen dat het jammer is voor die insecten – en voor de vogels die de insecten aan hun jongen zouden hebben willen voeren. Jammer ook voor de bomen, vaak oudere exemplaren dan wij. Ze zijn sympathiek, bieden ons zuurstof, verlossen ons van fijnstof en CO2 en geven het landschap cachet.
Ruim dertig jaar geleden viel van overheidswege het besluit dat de lindebomen langs de Hummeloseweg in Zelhem moesten worden gekapt. Er waren al enkele verkeersongelukken gebeurd. Dat lag in alle gevallen aan de chauffeurs en niet aan de bomen, maar de overheid is er ook om burgers tegen zichzelf te beschermen.
Destijds was op binnenwegen een maximumsnelheid van zestig kilometer per uur nog geen standaard. Mijn vader, wiskundig ingesteld, rekende uit dat wanneer de auto’s op alle wegen net onder de zestig zouden rijden, ook de daardoor schijnbaar belemmerde snelheidsduivels de bestemming van hun ritje door de Achterhoek nauwelijks later, maar wel veiliger, goedkoper en milieuvriendelijker zouden bereiken.
Zelhemmers hielden ’s avonds een treurmars om afscheid te nemen van de lindebomen, en toen de volgende ochtend de zaagmachines hun vernietigende werk deden, nam menigeen een takje als aandenken mee naar
huis.
Dat zag ik onlangs opnieuw gebeuren in Zutphen, waar een paardenkastanje moest sneuvelen die vele tientallen jaren het straatbeeld had bepaald. De boom stond op het punt van bloeien, maar werd in de knop gebroken. De gemeente vreesde dat er een tak uit zou vallen, pardoes op het hoofd van een toerist, dat wil je uiteraard voorkomen. Maar tegelijkertijd was de boom zelf een waardevolle attractie – en meer dan dat: een buurtgenoot die we nu opeens moeten missen. Zonder afscheid te hebben kunnen nemen. Daar is niks bomenknuffeligs aan, mijn nuchtere vader was tevens een waar bomenliefhebber.
Hoe dan ook dient een beheerder tijdig te zorgen voor zorgvuldige informatie over de reden voor een kapvergunning, zeker als een boom nog zo gezond oogt als deze. Een berichtje op een website is
onvoldoende.
Veel bomen in deze regio hebben het zwaar, decennialang is het water te vlot afgevoerd, de wortels kunnen er niet meer bij. Vaak zijn ze gepoot zonder dat werd nagedacht over de samenhang met andere planten, wat hun droogtegevoeligheid had kunnen verminderen.
Als het echt niet anders kan, oké, maar die zaagmachines gaan door merg en been. Ik hoor het liever ruisen.

© 2022 sander grootendorst / Achterhoek Nieuws