‘Ein kluger Mann würde stets vermeiden, in den Verdacht zu kommen, von irgendeiner Sache besonders viel zu verstehen’ (Georg Hermann: Spaziergang in Potsdam, 1929). Wie slim is, laadt nooit de verdenking op zich dat hij ergens veel verstand van heeft.
Deze schrijver, ‘de Joodse Fontane’, werd in Duitsland veel gelezen; en ook wel in Nederland. De Spaziergang heeft net als zijn romans soms de neiging tot voortkabbelen, maar de langdradigheid die op de loer ligt, wordt opgeheven doordat ze aangenaam zijn om te lezen. Het was een echte Berliner, maar besloot uit angst voor de nazi’s in 1933 naar Nederland te vluchten, ging wonen in Hilversum. Daar schreef hij Der etruskische Spiegel over de ondergang van het Etruskische Rijk, als een voorbode (voor-spiegeling) van wat zich in Europa afspeelde. Zijn verhuizing mocht uiteindelijk niet baten, hij is in 1943 gedeporteerd en vermoord in Auschwitz, 72 jaar oud. Dit gegeven verhevigt de slagschaduw op de losse toon van de beschreven wandeling in Potsdam, die er toch al – door de latere ontwikkelingen en verwoestingen – overheen viel. Onder meer de brieven die Hermann vanuit zijn Nederlandse verbanningsoord aan zijn dochter Hilde in Kopenhagen schreef. Van het magische, moerassige en Potsdam met z’n miltaristische trekjes bleef door het bombardement van de geallieerden weinig heel; DDR-bewindslieden sloopten daarna grotendeels wat er nog over was.
En dan te bedenken dat Hermann niet eens zozeer het Potsdam van de jaren twintig van de vorige eeuw beschreef, maar nostalgisch een stad die toen al, puur door het voortschrijden van de tijd, tot het verleden was gaan behoren. Hij keek ook nog eens van een afstand naar Postdam, omdat hij het wel kende, maar er niet woonde. Zoals in het nawoord terecht wordt opgemerkt: juist dat geeft charme aan de wandeling – Hermann is geen stadsgids die constant informatie op je afvuurt, in tegendeel, hij weet het zelf vaak ook niet helemaal zo precies.
En hij heeft het niet erg op met nieuwerwetsigheden. Een vakwerkhuis voorzien van torens past volgens Hermann in het landschap ‘als een vuistslag in het oog’.* Het aloude station is gelukkig nog intact, stelt hij vast. Hij voelt een ‘rustgevende ouderwetse lucht’ in zijn neus. En dan volgt een zin, die, zoals meer fragmenten in het werk van Hermann, Walseriaans overkomt: ‘Schon das Aus-dem-Bahnhof-Treten ist in Postdam immer für mich ein Erlebnis.’ Het uit-het-station-stappen in Potsdam alleen al is voor mij een avontuur.
Robert Walser was bij leven vrijwel onbekend, nu is hij op z’n minst in literaire kringen een vermaard auteur. Voor tijdgenoot Hermann geldt het omgekeerde: hij is in de vergetelheid geraakt.
Georg Hermann, voluit Georg Hermann Borchardt, werd geboren op 7 oktober 1871. Dat is vandaag honderdvijftig jaar geleden.
*Het doel van het gebouw ontgaat hem, maar hij doet er ook geen navraag naar: ‘Het is mijn principe om de dingen waaraan ik me erger met stille verachting te straffen.’
*Gezien de groeiende tegenstand tegen de (koninklijke) jacht is deze opmerking van Georg Hermann in zijn boek over Potsdam wel aardig: ‘Pas Frederik de Grote brak met deze traditie. Hij vond jagen net zo’n onnozele bezigheid als schoorsteenvegen.’
© 2021 sander grootendorst
Als blijk van waardering en ter ondersteuning van natuurvertaler.nl kun je een bedrag naar keuze overmaken:
Betaling geschiedt veilig via iDeal of PayPal
Of rechtstreeks overmaken naar NL96ASNB0707472814 ten name van Natuurvertaler.
Alle gegevens worden strikt vertrouwelijk behandeld.
Vragen, opmerkingen? Vul dan het contactformulier in.