A.C.W. Staring en de Grondwet

Opnieuw volle bak bij de cursus Achterhoek(s) vorige week in museum Smedekinck in Zelhem. Meer dan veertig deelnemers leren niet alleen de kneepjes van de Achterhoekse streektaal, maar ook over cultuurhistorie en landschap.

Door Sander Grootendorst

Mijn bijdrage heeft betrekking op dichter en landgoedeigenaar A.C.W. Staring (1767-1840), in het bijzonder diens taalgebruik. Hij verdiepte zich in de taal die de ‘gewone’ man en vrouw van huis uit spraken en was de eerste die officieel een literaire tekst in het Achterhoeks publiceerde. Niet omdat hij zich daarboven verheven voelde, maar uit welgemeende interesse. In die zin was hij een kind van zijn tijd, de romantiek, een culturele stroming waarin onder meer ook sprookjes en volkslegenden werden omarmd.

Rationele romanticus
Het hoofdstuk in het cursusboek gaf ik als titel mee: ‘De zorgvuldige taal van A.C.W. Staring’. Als dichter bleef hij tot in lengten van jaren aan zijn poëzie schaven – hij was een rationele romanticus – en hij legde ook lijsten aan van dialectwoorden in zijn omgeving. Misschien wel voortvloeiend uit zijn contact met dagloners. Daar zaten waarschijnlijk woorden bij die hij zelf bezigde, of in elk geval kende. Hij was, geboren in Gendringen, ook een kind van de streek.
Onderzoek van streektaalkenner Lex Schaars wijst uit dat de taal die Staring in zijn jongste jaren sprak, spelend met zijn vriendjes, hem zijn leven lang is bijgebleven: het dialect van Gendringen komt bovendrijven in die tweetalige literaire tekst (Achterhoeks en Nederlands), geschreven toen hij in Vorden woonde, op landgoed de Wildenborch. Het dialect daar klinkt net even anders dan dat in Gendringen. Boeiend om bij de cursus te ervaren dat die subtiele verschillen nog altijd bestaan. Nuances doen ertoe. Ook al is het gebruik van de streektaal twee eeuwen na dato behoorlijk afgenomen.

Docenten
Sprongen politici van nu maar net zo zorgvuldig met hun taal om als Staring toen, mijmerde ik in Zelhem. Net zo zorgvuldig als de docenten namens Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, Diana Abbink uit Winterswijk en Joop Hekkelman uit Gorssel. Net zo zorgvuldig en oplettend als de cursisten.
Dat is uiteraard gechargeerd gezegd. De ene politicus is de andere niet en er is ook nog eens een groot verschil tussen de landelijke politiek – waar ze de platte oneliner niet uit de weg gaan – en de lokale, die je in het algemeen zorgvuldiger zou kunnen noemen. Lokale politici hebben zelfs last van landelijke: op tal van thema’s, van asielzoekersopvang tot jeugdzorg, worden ze, zacht uitgedrukt, niet bepaald gesteund. Landelijke politici kunnen het zich veroorloven onzorgvuldig te zijn. Sommigen varen er wel bij. Ze spreken aantoonbaar halve en hele onwaarheden en komen ermee weg.
Lokale politici hebben in hun directe omgeving meteen te maken met de gevolgen van hun plannen en besluiten. Landelijke politiek is in die zin abstract, lokale concreet.
A.C.W. Staring was ook actief in de politiek, al had dat toen niet de lading die het tegenwoordig heeft; partijen bestonden nog niet. Hij was lid van Gedeputeerde Staten van Gelderland en had in 1814 zitting in de vergadering van notabelen die over het ontwerp van de eerste Grondwet besliste. Iets wat bij uitstek met de grootste zorgvuldigheid gepaard moest gaan. Dan hadden ze aan Staring dus een goeie.

Morrend klagen
Nu er tekenen zijn in Den Haag dat partijen aan de basisideeën van die Grondwet willen tornen, gaan de gedachten uit naar de oude dichter. Niet dat zijn teksten vol bruikbare adviezen staan, voornamelijk zijn het rijmende verhalen en korte puntdichten (puntige gedichten). Maar wel met veel aandacht en liefde geschreven: impliciet is dat óók een advies.

Dit vierregelige vers lijkt me in deze tijd van sociale en psychische onrust zeker het overdenken waard. ‘k Was jong en vroeg: Wie is de Vrije Man? / Een Grijsaard antwoordde op mijn vragen: /’t Is hij, die, zonder morrend klagen,/ Het onverkrijgb[a]re missen kan.…
Aan de huidige politici zou Staring allicht adviseren de onderbuikreacties in bedwang te houden. Niet steeds elkaar vliegen afvangen in de Tweede Kamer, daar schiet het land niets mee op. De rijpe kennis hoort;/ De onrijpe neemt het woord. Dat advies geldt net zozeer voor de kiezers en voor de media. Wees zorgvuldig in je overwegingen, je woorden en daden. Daar schiet het land wél mee op. Nuances doen ertoe.

Gepubliceerd in Achterhoek Nieuws (alle edities), 21-22 oktober 2015
Foto’s: standbeeld van Staring in Vorden (kunstenaarFrank Letterie)
© sander j. grootendorst / Achterhoek Nieuws


Ontdek meer van natuurvertaler

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Vergelijkbare berichten