DEVENTER/DOETINCHEM – Bij een bezoek aan museum EICAS in het voormalige Deventer gymnasium vlak bij de Lebuinuskerk viel mijn oog op een schilderij van Willem Hussem. Het museum heeft de zogenoemde Nul-kunst als vertrekpunt: een groepje Nederlandse kunstenaars (elders in Europa waren soortgelijke stromingen) dat rond 1960-65 helemaal opnieuw wilde beginnen met het maken van kunst.
Die kunst wilden ze ontdoen van al het overdadige, persoonlijke en emotionele. Sowieso van het figuratieve, maar abstract was eigenlijk ook nog te veel van het goede, vonden zij, dus noemden ze wat zij maakten ‘informeel’. In de praktijk betekende dat bijvoorbeeld dat iemand kurken van wijnflessen opspaarde tot hij er voldoende van had om ze in te lijsten en belangstellenden een nulkunstwerk te laten zien. Oftewel: wees creatief met kurk. Dit werk van Jan Henderikse is in EICAS te bewonderen. Hij was niet de bekendste Nulkunstenaar, dat was Armando. Van hem hangt onder meer een tekening-die-een-kind-had-kunnen maken aan de EICAS-muur.
Willem Hussem (1900-1974) hoorde niet tot deze groep, die sowieso een los-vast karakter had. Wel had hij, zoals zoveel twintigste-eeuwse kunstenaars, de behoefte om de zware last van de kunstgeschiedenis van zich af te schudden. Schilderen was voor hem iets volledig anders dan wat het voor Rembrandt, Koekkoek of zelfs Van Gogh was geweest. Hij doopte een kwast in de verf en zette een dikke streep op een doek. Zodra de kwast geen verf meer bevatte, hield het op. Eén keer kon genoeg zijn, maar een paar keer herhalen was ook prima. Daarmee was het schilderij klaar. Het stelde niets voor. (Herhaling – als een zoeken naar en vastleggen van de patronen van de allerdaagste dingen – kenmerkte ‘Nul’).
Hierover las ik toen ik nog de middelbare school zat een krantenartikel en knipte het uit. In de overvloed van wat je allemaal moest leren en onthouden was het alsof er ook van mezelf een last afviel.
De naam Willem Hussem kwam ik opnieuw tegen toen ik in Doetinchem voor dagblad Graafschapbode werkte. Een van de eerste afleveringen (of was het de eerste?) van de serie Geveltaal ging over een tekst op de muur van ’t achttiende-eeuwse Gevang, een van de weinige bewaarde echt oude gebouwen in hartje Doetinchem:
Evenals Armando was Hussem ook dichter. Zijn poëzie is net zo minimalistisch en basic als zijn beeldende kunst. De geveltekst is met recht een ‘nul-gedicht’, al is het officieel nooit zo betiteld: er is niets te zien in je blikveld, alleen twee keer blauw. En je voegt er iets wits aan toe (en wit is in wezen niets).
Maar je beseft ook: elke schilder en elke dichter begint met een leeg doek of leeg stuk papier. De Nulkunstenaars deden in wezen hetzelfde als iedereen vóór hen. Maar ze vonden wel dat het allemaal wat minder pathetisch en egocentrisch mocht. Wat stelt een kunstenaar nou helemaal voor? Kunst is overal. Een kind kan de was doen.
En passant, misschien wel tegen wil en dank, bleek dat zelfs één veeg verf de toeschouwer al kan ontroeren.
Hussems woorden zijn inmiddels van ’t Gevang verdwenen. Op de plek van het gedicht zit een raam met daarin de letters ‘Espressohouse’. Het witte zeil is uitgewist.
Goed dat museum EICAS die invloedrijke Nulbeweging in het vizier houdt.
© 2024 sander grootendorst
Als blijk van waardering en ter ondersteuning van natuurvertaler.nl kun je een bedrag naar keuze overmaken:
Betaling geschiedt veilig via iDeal of PayPal
Of rechtstreeks overmaken naar NL96ASNB0707472814 ten name van Natuurvertaler.
Alle gegevens worden strikt vertrouwelijk behandeld.
Vragen, opmerkingen? Vul dan het contactformulier in.